Over Elio Ottin |
|
|
Tiens,
verkoop jij Ottin? Vroeg iemand ons op de Master Winefair in november.
Ja, inderdaad. De verbazing is begrijpelijk. In Italië is Elio
Ottin niet minder dan een cultwijnmaker die cultwijnen produceert.
Ottin woont en werkt in Val d'Aosta, spreekt de lokale patois (Ottin
spreek je dus uit op zijn Frans) en brengt sinds 2008 wijnen op
de markt als zelfstandig wijnmaker. Zijn wijngaarden bevinden zich
in Saint-Christophe, vlakbij Aosta en op ongeveer 600 hoogtemeters.
Gericht op het zuiden en dus de hele dag blootgesteld aan de zon.
Ottin maakt unieke wijnen die niet minder dan een belevenis zijn,
symfonieën van unieke geuren en smaken. |
|
|
|
De wijnen van Ottin |
|
Petite Arvine |
|
De
petite arvine is een Zwitserse druivensoort die de oversteek heeft
gemaakt van de Valais naar Val d'Aosta. Trefwoorden: kruidig, geconcentreerd.
Een bewaarwijn die uitdiept en gesofisticeerder wordt met de jaren.
Een groenig geel. Aroma gaat van ananas over rabarber naar frisse
pompelmoes. Smaak is kruidig, mineraal, ziltig, doortrokken van
verse bergkruiden. Een volle, evenwichtige wijn.
|
|
Fumin |
|
De
fumin is een typische druivensoort uit Val d'Aosta. Een intense
en rijke wijn. In de neus bramen, cassis en sigaren. Verrassend
licht en dynamisch van smaak, met nadrukkelijke tannines. Kan nogal
streng overkomen in zijn jonge jaren en dus wordt hij liefst wat
ouder gedronken. Komt ook terug in de Torette (zie hieronder). |
|
Torette Supérieur |
|
Dit
is een wijn waar Elio Ottin apetrots op is en die (in het algemeen)
de streek terug op de wijnkaart heeft gezet. 90% petit rouge en
10% fumin, twee lokale druivensoorten. Dieppaars. Een bijna animaal
aroma van bramen en eucalyptus. Smaak is vol en fluwelig, een festival
van bosvruchten, eindigend op een toets van witte peper en gember.
Lange afdronk. Een fascinerende wijn. |
|
Pinot Noir |
|
De
Franse klassieker vind je ook in Val d'Aosta terug. Nochtans is
de expressie typisch "valdôtain", gericht op finesse
en elegantie. Elio Ottin zegt hier zelf over: "Mon père
adorait le Pinot Noir. A cette époque-là, personne
n’avait l’habitude de vinifier ce cépage en pureté
car il était trop différent des autres cépages
valdôtains classiques. Lui le faisait, il aimait ce vin et
vendait le peu de bouteilles qu’il produisait dans les restaurants
de l’endroit. C’est de là que vient ma passion,
c’est de lui que je l’ai héritée."
|
|
|
|